Dat stelt De Nederlandsche Bank in een dinsdag
gepubliceerde studie.
Nederland krijgt een pot van in totaal negen miljard euro beschikbaar, doordat
in het regeerakkoord het bedrag dat werknemers jaarlijks opzij mogen zetten
voor het pensioenfonds van de werkgever wordt beperkt.
Het zogenoemde Witteveenkader wordt tergebracht naar een maximum van 1,75
procent van het loon in 2015. Daarnaast wordt de fiscale vrijstelling voor
pensioenpremies over inkomen boven de 100 duizend euro afgeschaft. Hierdoor
kan minder geld belastingvrij in pensioenfondsen worden gestoken.
Pensioenpot omzetten in loon?
Vraag is wat hiermee moet gebeuren. Uit de studie van DNB blijkt dat als de
negen miljard euro aan pensioenpremies die vrijvalt in de vorm van loon
wordt uitgekeerd, er een forse bestedingsimpuls voor de economie optreedt.
Over dit loon wordt wel belasting geheven, zodat de staat zelf vier miljard
extra int, terwijl er zo’n vijf miljard euro voor werknemers overblijft.
Als werknemers het hogere loon ook daadwerkelijk gaan besteden, geeft dit een
stevige impuls aan de particuliere consumptie en daarmee de economische
groei. Voor de economie gaat het na vier jaar om 0,6 procentpunt extra groei
en de consumptieve bestedingen krijgen een impuls van 2,3 procent. De staat
kan de extra belastinginkomsten inzetten om het begrotingstekort te
verlagen. Na vier jaar gaat het om een 1,1 procent lager tekort.
Hiermee worden twee grote problemen van de Nederlandse economie aangepakt.
Lagere pensioenopbouw
Punt is wel dat het inzetten van de negen miljard euro vrijvallende
pensioenpremies voor loon, tot gevolg heeft dat werknemers minder pensioen
opbouwen. Volgens DNB kan een huidige jongere na 45 jaar werken echter nog
altijd een pensioen van bijna 80 procent van het gemiddelde loon opbouwen.
Dit komt mede door de geleidelijke verhoging van de pensioenleeftijd naar 67
jaar. De totale opbouw wordt door de versobering van de fiscale steun voor
pensioenopbouw wel kariger. Traditioneel konden werknemers met 40 jaar
werken een pensioen van maximaal 90 procent van het gemiddelde loon
opbouwen.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl